vrijdag 12 september 2008

Idmons dood

Ik liep met haar langs de kant van de weg. De aanhoudende verklaringen die ik wilde horen en vragen die ik zo graag aan haar wilde stellen… stelde ik uit. Ook de onmogelijke kracht van verwildering en de kracht van de aanraking van haar haar of schouder, een streel over haar wang, moest ik met bijna superkrachten tegenhouden. ‘Thomas" zei ze "je hebt echt hele mooie ogen". ‘Weet ik’wist ik een beetje uit te stoten.

Drie weken geleden lag ik in haar bed… te wachten en te wachten met m’n gebruikelijke jaloezie en een eenzaam biertje voor me. Wie of wat zou komen, ik weet het misschien. Ik had haar altijd al voorgehouden dat het geen stand kon houden, wij, ons. Als ik dat haar drie of vier keer per week voorhield dan was het weinig. Ik kon me niet inhouden, het flapte er gewoon uit… de macht om ook maar enige greep te houden op een relatie heb ik nooit gehad… misschien ook nooit gewild, afstoten, aantrekken, afstoten, aantrekken….
En toch…

De deur zwaaide open en ze kwam huilend en schuddend haar kleine kamer in… ik schrok me rot. Ze zag er prachtig verdrietig uit, haar ogen die teneergeslagen met dikke oogleden, het was pure pijn. Ook mijn pijn. Ik hees haar in het bed en begon te knuffelen zoals ik dat niet eerder had gedaan, ik kuste haar nek, haar voorhoofd, haar ogen, die mooie ogen en greep haar zo stevig mogelijk vast en vroeg niet eens wat er gebeurd was… dat zou wel komen… “thom, laat me nooit alleen, alsjeblieft, laat me nooit alleen, dat trek ik niet” Mijn enige reactie was dat dat ook niet zou gebeuren.

Drie weken later, het was nu twee weken uit en nog altijd die bewondering en liefde die door m’n aderen stroomde… het valt niet te stoppen. Ze was iemand anders tegengekomen, waarmee ze leuke programma’s kon zien en goed mee kon praten… het voelde ontzettend goed met hem, anders, anders zoals altijd.
Nog altijd zie ik lichaamsdelen, hoor ik grapjes, voel de liefde, een huppel, springend in de lucht, haar gezicht, haar ogen…

We liepen naar haar huis en ik vroeg wat er aan mij dan wel bijzonder was. Ik had mooie ogen, zei ze. Maar dat is geen basis, de basis is de verwachting. De verwachting dat alles beter is, dan daar waar je bent.
En ik weet dat elke voorspelling uitkomt, zeker als je er naar leeft.

Geen opmerkingen: