Ik kruip in mijn steeg
ik boer, ik hik
ik kruip
ik kruip
De deur opent
en met speels gemak
glijdt het bier
uit de slokdarm
het vuur dovend
Ik kruip
ik kruip
langs de stront van de hond
ik kruip
ik kruip
langs de eigen idealen
terwijl ik nooit heb geweten
waar ik voor stond
En als ik met een verdorde strot
mijn hoofd hijs
uit de heerlijkheid
van de slaap
de voordeur open
voor god
staan ze daar met frisheid
te verkondigen
dat de wereld is verrot
geef me een week
te zien wat is
zonder zorgen te maken om
morgen
geef me een week
om te zien
of er werkelijk iets is
verborgen
maar voor nu
laat me kruipen
en kruipen
en niet morgen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
prachtig!
Bukowski revisited!
Een reactie posten