donderdag 5 november 2009

Als de kou op mijn tanden staat

Als ieder weldenkend mens heb je het wel eens moeilijk. De een wat meer dan de ander. De een kan niet slapen omdat zijn werk er niet meer toe doet, en de ander omdat zijn werk er niet meer is. De een omdat zijn liefde er niet toe doet, de ander omdat de liefde er niet meer is. Soms luister je naar al die verhalen, die al even schrijnend als zielig zijn en ze veranderen in verhalen die er niet toe doen. En dan heb ik het over verhalen waarbij je oren zich terugtrekken en denken dat ze er niet meer toe doen.

Dit is zo’n verhaal… Het doet er niet toe of iemand luistert, omdat je weet dat luisteren er niet toe doet… laat staan of je nog wel weet of het werkelijk gebeurd is.

Na een avond redelijk gezellig gekletst en gedronken te hebben, ben je weer thuis… Meerdere mensen aangehoord… En je zit thuis, je zit thuis… Die fijne warme plek waar alles is zoals je hoopt dat het zal zijn.

Een tijd lang klets je met mensen via de telefoon, met mensen op msn en steeds vaker met mensen die er niet zijn. Je klets met mensen aan de telefoon en op msn en steeds vaker voel je een afstand groeien…. Steeds vaker voel je een afstand tussen jou en de interactieve belevingswereld…. Een bord vol toetsen met letters die meer chinees aandoen dan iedereen die je tegenkomt, want die ken je… je kent iedereen: Wie KEN ik niet???

Langzaam loop je heen en weer van stoel tot stoel: De muziek is af! Naar de de wc! Pak een biertje! Pak de telefoon! Wacht!? Was dat een klik!? Ja! Ze reageert… eindelijk op msn: ok….

Ja dat is het! Het is ok… Maar wat was de vraag ook al weer???

Langzaam trekt de pijn in je kaken naar je hoofd. Je hebt al die tijd gelopen met kaken die dachten dat ze het wereldrecord bijten, kauwen en vermalen moesten verbeteren…. En ondanks het feit dat de verwarming op een comfortabele temperatuur staat, zeggen je spieren heel iets anders: Kou, kou en nog eens kou en je denkt: “Waarom kletsen mensen in mijn buurt en lachen ze zo opgewekt met anderen als ze juist achter zo’n bord zitten… Wat mis ik Godverdomme…”

Je schopt de tafel opzij en knielt voor het kruis, dat godverdomde kruis!!!: “Wat snap ik niet!!!” En je hoort mensen langs je huis gaan… lachend en schaterend en lachend…. En lachend…. En schaterend… En lachend…

‘ Ik pak het kruis en ruk de deur open en loop stormend op die smerige… vrolijke… zo irritante lui af en laat ze eens zien wat…’

En als je wakker word, voel je de kou en de pijn in je tanden…

Geen opmerkingen: